De leeuw die knipoogde
Na diverse reizen in Oeganda wilden we graag eens op safari naar Kenia. Na alle verhalen over de hoeveelheid wilde dieren wilden we dat zelf wel eens zien. En ook om een vergelijking te krijgen met Oeganda. Om de reis kort samen te vatten: we hebben een schitterende reis gehad! Een afwisselende reis met veel natuur, lokale stammen, wilde dieren en hele mooie accommodaties op prachtige lokaties. Lees hieronder ons avontuur van de knipogende leeuw..
Na een schitterende game drive op de Masai Mara waren we neergestreken in de lodge. We hadden daar zo’n mooie grote safaritent met een stenen gedeelte voor badkamer en toilet. De tent lag aan de rand van het park. We lieten een koel wit wijntje aanrukken en genoten op onze veranda van de ondergaande zon. In de schemering hoorden we, op enige afstand, een soort geloei. Goh, zei mijn vrouw, wist jij dat hier vee liep? Maar ik wist beter. Het geluid bracht me onmiddellijk terug naar de dierentuin in mijn geboorteplaats in Nederland. Als we er waren en we hoorden dat, dan snelden dan naar het leeuwenverblijf. Het was het geluid van de leeuwen rond voedertijd. Ik zei: dat is een leeuw! Op dat moment klonk het geluid weer. Het leek wel dichterbij. Mijn vrouw werd helemaal wit om de neus en zei: ik blijf hier niet zitten! Straks staat-ie hier. Eerlijk gezegd werd ik zelf ook knap zenuwachtig. Met ons wijntje in de hand zijn we – iets sneller dan in onze gewoonlijk vakantie-slenterpas – naar het restaurant gelopen. Daar aangekomen, vertelden we aan de jonge mannen wat we gehoord hadden. Ik zei: dit is wat we hoorden en deed een niet onverdienstelijke imitatie van het geluid dat we gehoord hadden. “Definitely a lion!” riepen de jongens enthousiast. Ik zei: Ik ben blij dat jullie zo enthousiast zijn, maar wij durven daar niet meer te slapen. De jongens keken ons voor een seconde verbaasd aan en barstten toen in lachen uit. Het was zo’n typische Afrikaanse lach, met een grote rij witte tanden en het bovenlijf een beetje dubbel geklapt. Sir, riep de oudste, ik ben hier opgegroeid en ik kan u verzekeren dat leeuwen menselijke nederzettingen mijden. Ze zijn banger van u dan u van hen. Na een tweede glaasje wijn en een heerlijk diner ontspanden we.
Toen we ons dessert op hadden, kwam er een Masaikrijger naar ons toe, een prachtige lange, tanige vent, gekleed in het typische paars-rode gewaad en met kleurige kralen, ingenieus ingevlochten in zijn haar. Hij had een grote lantaarn bij zich en een traditionele speer in zijn rechterhand. Hij zei: ik zal u begeleiden naar uw tent. Onderweg vertelde hij dat hij de wacht zou houden en dat ons niets zou overkomen. “Ah, maybe then we are safe”, zei ik. Hij stond zo abrupt stil, dat we bijna tegen hem opbotsten. Hij keek me doordringend aan: “Not maybe, certainly!”. Ik stotterde: “Yes, yes, of course, thank you”.
De Kenianen zeggen over de Masai dat leeuwen er op een holletje van doorgaan, als ze ze zien. Van oudsher werden jongens pas als man erkend als ze met hun speer een leeuw hadden gedood. Hun cultuur is niet zo gewelddadig, het zijn uiteindelijk vee-nomaden. Maar ze moeten dat kunnen om hun vee te beschermen tegen de grote roofdieren.
Voordat ik het licht uitdeed, keek ik nog even stiekem uit de flap van de tent. Hij stond daar roerloos op een strategische hoek van twee paden. Die nacht hebben mijn vrouw en ik nog herhaaldelijk het gebrul van de leeuwen gehoord, soms verder weg, soms dichterbij. Nu we ons veilig wisten, konden we ervan genieten. Waar maak je nou zoiets mee? zeiden we tegen elkaar. Dat is nog eens wat anders dan een huisje in de Dordogne!
Het eerste wat ik zag in het bleke ochtendlicht, was onze waker met zijn speer. Hij groette me vriendelijk. Na het ontbijt heb ik hem gevraagd voor te doen hoe je een leeuw velt met een speer. Hij deed het. Soms overhandigde hij mij zijn speer en moest ik hem stap voor stap nadoen. Mijn vrouw stond meewarig kijkend in de opening van de tent. Boys will be boys, zag ik haar denken.
De Keniaanse regering heeft het doden van leeuwen al geruime tijd geleden verboden. Dat is maar goed ook, anders zouden er geen leeuwen meer over zijn. Die middag, op safari op de savanne, hebben we de vermoedelijke onruststoker aangetroffen. Hij lag te slapen te midden van een harem van 5 prachtige leeuwinnen. Hij had kennelijk goed gegeten die nacht. Net als onze kat thuis lag hij aandoenlijk op zijn rug met zijn pootjes in de lucht. Zijn buik was bol. Toen we hen met de auto op een paar meter genaderd waren, opende hij één oog. Veilig achter het glas, in een stevige auto voelde ik niettemin de angstaanjagende kracht van dat gele oog. Enigszins zenuwachtig debiteerde ik een variant op een oudbakken ambtenarenmop. Weet je hoe een leeuw knipoogt? Hij doet één oog open.
Rob de Lange