Zuid-Tanzania rondreis: Ton & Janna

Onze eerste safari: we zien al heel snel olifanten, buffels en impala’s. We komen bij een drinkplaats waar krokodillen en nijlpaarden zitten. We kunnen uitstappen en onze benen strekken. Even later komt er een safari jeep aanrijden en de bestuurder zegt: “hebben jullie al in de gaten, dat er leeuwen aan komen lopen?”. We draaien ons om en zien een leeuwin aan de oever van de andere kant van het meertje lopen. En even later een mannetje en een vrouwtje met een jonge impala tussen haar tanden. Wij hebben nog nooit zoveel leeuwen in één Afrika-vakantie gezien als nu. We zijn de tel volledig kwijt, maar het moeten er wel zestig of zo geweest zijn.

Op zondagavond vertrokken we naar het Van der Valk hotel aan de A4 bij Schiphol voor de overnachting. Dit om de maandagmorgen files en bijbehorende stress te vermijden. Om 10.05 vertrok de Boeing 777-200 van KLM naar Dar-Es-Salaam. We werden om 06:40 uur door een shuttlebus van het hotel naar de vertrekhal gebracht. (Onze auto blijft 14 dagen op het afgesloten parkeerterrein bij ’t hotel staan) Wanneer we op de luchthaven na een kop koffie richting de gate willen gaan lopen, ontdekken we in eens in een boekenwinkel Mathilda! Een hartelijke begroeting volgt en even later zien we Alex ook buiten staan. Zij zijn vanuit Parijs naar Amsterdam gekomen om van daaruit met hetzelfde vliegtuig als wij verder te gaan. Het vliegtuig is nagenoeg volledig bezet. De vlucht gaat voorspoedig en volgens schema. We maken een tussenlanding op Kilimanjaro Airport bij Arusha. Na een tankbeurt en passagiers wissel gaat de reis na een uurtje weer verder naar Dar-es-salaam voor de volgende etappe van ongeveer 45 minuten. 21:20 uur landen we en omdat wij ons visum al in Nederland geregeld hebben, kunnen wij erg snel door de douane. Alex en Mathilda moeten dit samen met nog enige tientallen reizigers ter plaatse regelen. Dit duurt even en wij zijn stomverbaasd hoe gemakkelijk Alex een aantal keren zomaar heen en weer door de douane loopt om ons te vertellen, dat het nog even duurt en ook alvast de reistassen van de transportband afhaalt. Dit hoef je toch echt in Amsterdam, Londen of New York niet te proberen. Ze slaan je daar direct in de boeien! Wanneer we legaal buiten zijn, worden we opgewacht door ‘Radja’ de chauffeur/gids met zijn Toyota Landcruiser. Hij brengt ons in korte tijd naar het Holiday Inn hotel in de stad. Het is inmiddels half elf, elf uur en het is nog 25 graden!

25 september: Na de douche, lekker ontbijt, vertrekken we om 08:30 uur naar Mikumi NationalPark. Het duurt al meer dan een uur voor we de stad Dar-es-Salaam uit zijn, daarna gaat het redelijk vlot naar de Vuma lodge waar we twee nachten zullen blijven. De wegen zijn goed. Rond de klok van één stoppen we zomaar langs de kant van weg en gebruiken de meegebracht pasta lunch. Een paar kilometer voor de lodge krijgen we een lekke achterband. De Toyota Landcruiser heeft twee reservewielen aan de achterdeuren zitten. De vervanging gaat erg snel en om een uur of drie worden we welkom geheten door Sabine de Vlaamse manager van Vuma lodge. We krijgen een korte briefing en zij brengt ons naar de ‘tenten’, maar zo mag je ze eigenlijk niet noemen. Het zijn luxe verblijven met eigen toiletten en douches, twee grote bedden en een veranda. We laten onze tassen achter en gaan voor de eerste korte safari. We zien al heel snel olifanten, buffels en impala’s. We komen bij een drinkplaats waar krokodillen en nijlpaarden zitten. We kunnen uitstappen en onze benen strekken. Even later komt er een safari jeep aanrijden en de bestuurder zegt: “hebben jullie al in de gaten, dat er leeuwen aan komen lopen?”. We draaien ons om en zien een leeuwin aan de oever van de andere kant van het meertje lopen. En even later een mannetje en een vrouwtje met een jonge impala tussen haar tanden. Radja onze chauffeur roept: “vlug in de auto”. Na dit gedaan te hebben, zijn we ruim in de gelegenheid om plaatjes te schieten.

Nadat we om een uur of zeven terug bij de lodge zijn, drinken we een biertje frissen ons op en gaan om een uur of acht aan het avondeten. Het restaurantgedeelte is open lucht, overdekt en erg knus. We eten met zijn zessen; er blijkt nog een Duits echtpaar te gast te zijn. Het terras staat op palen en na verloop van tijd melden zich een paar honingdassen, een civet kat en (grote) stekelvarkens. Het leukst zijn de ‘bushbabies’ Ze melden zich op het hekwerk aan de rand van het terras en laten zich uit de hand voeren. Bushbabies zijn primaten, nachtdieren, snel en zijn ontzettend lenig. Janna is helemaal enthousiast van hen. Om een uur of elf gaan we slapen en de nacht verloopt rustig. Sabine had ons gewaarschuwd, dat de bushbabies over de daken van de tenten kunnen rennen en er olifanten op het terrein kunnen komen om te drinken uit het zwembad. Deze nacht lijkt dat niet gebeurd te zijn.

26 sep: Na het ontbijt vertrekken we voor de volgende safari door Mikumi. Dit park is niet groot, maar herbergt heel wat dieren. We zien weer dezelfde dieren en ook dezelfde drie leeuwen. Ze bevinden zich onder een boom en gaan wat rusten. Bij een volgende drinkplaats krijgen we heel veel impala’s te zien en ook daar tussen door bush-bokjes, rietbokken en één enkele eland-antilope. Verder grote groep buffels en zebra’s. Rond één uur gaan we terug voor de lunch. Wij zijn nog maar met z’n vieren over in Vuma-lodge. De salades en vegetarische pizza smaken prima. Na de lunch hebben we tijd om te relaxen op onze veranda tot vier uur, waarna de einde-middag, begin avond-safari gaat volgen. Daarbij zien we dezelfde drie leeuwen weer, rustend tegen een boom. Verder zien we alleen weer alle dieren, die we ook al eerder zagen. De avondlucht en de zonsondergang zijn prachtig.

Het avondeten doen we maar met z’n vieren en Sabine, die er gezellig bij komt zitten. De bushbabies zijn weer nadrukkelijk aanwezig, maar wat leuk om ze uit je hand te laten eten en hun zachte handjes te voelen. Maakt niet uit wat je ze geeft, ze eten letterlijk alles. Ook komen weer drie honing-dassen restanten uit de keuken opeten. We vullen de avond met een paar glazen wijn en wereld verbetering gesprekken.

27 sep: Na alles ingepakt te hebben, vertrekken we richting Iringa en dan naar de Ruaha Sunset Lodge. Deze ligt vlakbij Ruaha National Park, waar we drie nachten zullen blijven. Na een uur of twee rijden horen we een zacht gebonk in de auto en voelen we ook, dat er iets niet goed zit. Als we stoppen en uitstappen zien we dat een achterwiel niet meer goed vast zit. Telefoons hebben geen bereik! Wel wisten we, dat er een paar honderd meter terug een politiecontrole was. Radja besluit heel zachtjes terug te rijden en aan hen te vragen of zij een hulpdienst kunnen bereiken. Na een kwartiertje komen er twee ‘monteurs’ op een motor om de boel te repareren. Radja heeft gelukkig wel reservebouten/moeren en met de weinige middelen die ze voor handen hebben, wordt het wiel in een dik uur hersteld. Nadat we de stad Iringa gepasseerd zijn lunchen we langs een stille weg in de schaduw van een acaciaboom. We hebben lunchpakketten meegekregen, welke goede smaakt maar een beetje te veel is. Nieuwsgierige kinderen die inmiddels bij ons zijn komen kijken, maken we blij met het overgebleven eten. We vervolgen de route over een onverharde weg en tegen vier uur in de middag bereiken we de lodge. Van de buitenkant ziet het er aantrekkelijk uit. Het zijn een receptie/restaurant gebouw en een aantal los staande huisjes tegen een heuvelrug. Capaciteit 30 personen, maar wij vieren zijn de enige gasten. De lodge is te eenvoudig, maar het uitzicht is wel geweldig over het park en het eten is heel goed. Mathilda, Lex en wij besluiten om eerst lekker te douchen, wat rusten en om zes uur voor het avondeten nog wat te drinken. Morgen wordt het de hele dag safari in het Ruaha Nat.Park!

28 sep: We rijden om acht uur weg voor de gamedrive van een dag. Het is al vroeg warm en prachtig weer (wolkenloze hemel). De weg naar de ingang van het park is onverhard en vreselijk hobbelig. Onderweg komen we zelfs een Landrover 4-wheel drive op zijn kant tegen. Radja, de chauffeur, is wijs en laat wat lucht uit de banden lopen om minder te stuiteren. Ruaha is erg groot en we zien al gauw kudu, zebra’s en impala’s en heel erg veel olifanten poep. In de loop van de dag zien we erg veel giraffes en leeuwen, we raken de tel een beetje kwijt, maar het zijn er meer dan twintig. De lunch gebruiken we op een picknickplaats in het park met verrassing: een fles witte wijn, gift van de reisorganisatie cq. Saskia. We zitten bij de droge rivierbedding van de Ruaha rivier en zien een dode impala in de top van een boom hangen. We krijgen de dader helaas niet te zien. Luipaarden zijn ontzettend moeilijk te vinden. Na de middag zien we nog meer leeuwen, giraffes, olifanten enz. Om vijf uur zijn we moe maar voldaan terug en drinken gelijk eerst een koud biertje. Na de douche om half acht dineren en vroeg naar bed (21:30 uur).

29 sep: We gaan de hele dag voor een gamedrive. Om acht uur rijden we weg en de lunch gebruiken we op een picknick plaats aan de bijna droge rivierbedding. We zien alle dieren van de voorgaande edities plus dik dik’s (hele kleine hertjes) en vooral twee cheeta’s! Ook krijgen bijna een ‘kill’ te zien. Twee jonge leeuwen besluipen een enorme kudde buffels. Na wat heen en weer rijden vinden we een plek waar we denken het schouwspel te kunnen filmen en fotograferen. Maar na een kwartiertje geeft Radja aan dat we weg moeten, omdat we van de weg af zijn (in een nationaal park moet je op de aangegeven routes blijven). Helaas, maar we hebben de ‘suspense’ mogen beleven. Om half zes komen we terug bij de lodges, drinken een biertje en gaan douchen. Om half acht lekker avondeten en vroeg naar bed.

30 sep: We vertrekken weer om een uur of acht, na het ontbijt naar de volgende bestemming. Eerst in de richting van Iringa, daarna richting Mikumi om uiteindelijk bij de Udzungwa Falls lodge te belanden voor twee nachten. De weg is voor een groot gedeelte over asfalt door de Udzungwa Mountains en de Vallei van de Baobabs. Deze rit is niet geheel zonder gevaar, er zijn veel zwaarbeladen vrachtwagens en sommige rijden als malloten. We zien behoorlijk wat van deze trucks over vangrails, of op zijn kant, bestuurderscabine total-los en de lading over de weg. Rond lunchtijd stoppen we bij een klein lieflijk restaurantje in Mikumi voor een kleine maaltijd en een koud drankje. Daarna is het nog 13 kilometer asfalt en 25 over onverharde ‘stofwegen’. Uiteindelijk zijn om een uur of half drie bij de lodge. Wat een luxe vergeleken bij de vorige. Prachtige huisjes met balkon, schitterende badkamer en heel kompleet. Er is een buitenzwembad, waar we meteen gebruik van maken. We zijn met z’n vieren de enigen op deze luxe accommodatie met een capaciteit van 40 huisjes.

1 okt: Na het ontbijt, gaan we met de auto naar de receptie van het park voor de ‘Sanje Falls’, een half uurtje rijden. We krijgen een gids en een ‘trainee’ toegewezen. Deze geeft ons uitleg over de watervallen en het natuur park en wat er zoal te zien is. De watervallen zijn in totaal 170 meter hoog en bestaan uit drie treden. We gaan om kwart over negen aan de wandel en de combinatie van warmte en het klimmen maakt het toch wel lastig. Na een goede drie uur bereiken we de tweede trap. Op de rotspartij, waar de eerste waterval neerplenst, hebben we geweldig uitzicht over de vlakte met suikerriet plantages, dorpjes en de wegen.

We zien tijdens de wandeling rode collobus aapjes in de bomen, een soort van klipdasje in een vork van een boom en diverse mooie vlinders. We besluiten om het laatste naar de top van de watervallen te laten voor wat het is; dit zou nog ongeveer 45 minuten in beslag gaan nemen en dat moet je ook weer terug. Dit terwijl het uitzicht nagenoeg hetzelfde zal zijn. We dalen na een rustperiode weer af en als we beneden aangekomen zijn, hebben we zo’n twee en een halve liter water opgedronken. Onderweg lag op ons pad ook nog poep van een luipaard (volgens de gids), hebben we toch nog iets van dit schuwe dier gezien. Terug in de lodge gaan we eerst voor een verkwikkende douche en schone kleren. Daarna een verlate lunch met een koud biertje/glas wijn. We blijken nog steeds maar met zijn viertjes te zijn, In de tweede helft van de middag nog een poosje naar het zwembad en vervolgens aperitief en het avondeten. Al met al een inspannende en toch ook heel relaxte dag. En tot slot de memorabele van Janna: “ik verga van de dorst, ga je mee een biertje drinken?”

2 okt: Na het ontbijt gaan we een korte wandeling maken met een lokale gids naar watervallen dichtbij de lodge. Het gaat dwars door de jungle en toch ook wel een beetje klimmen en klauteren. Het zweet breekt ons aan alle kanten uit. Maar na een goed uurtje zijn we weer terug bij de accommodatie, rekenen af (met wat hindernissen!) en gaan ‘en route’ naar het plaatsje Morogoro. We komen rond één uur bij het hotel aan en checken in. De meegebrachte lunchpakketten mogen we daar echter niet gebruiken. Na topoverleg met de eigenaar/directeur en Mathilda, wordt er een eethoekje gecreëerd in de tuin door de tuinman (tafeltje en vier stoelen met een drankje) en wordt het toch nog gezellig. ’s Middags lopen we het stadje in, pinnen wat geld bij de ATM en de dames kopen wat lappen stof voor het thuisfront. Aan het eind van de middag drinken we iets bij het zwembad voor het avondeten. Morogoro Hotel past niet in het straatje van lodges, het is meer voor zakenmensen in kostuums en daar passen geen mensen met safarikleding.

3 okt: Na het ontbijt en afrekenen wil de kassier ons nog een oortje aannaaien. Na diverse pogingen blijkt de derde rekening de juiste; paar flessen wijn, enkele biertjes en wat frisdrank. Daarna op weg naar Selous. Het is gortdroog en warm. We zien weer heel erg veel armoede en rijden een gedeelte door een bos (naam ontschiet me), een middengebergte en een grote vlakte, dit laatste blijkt Selous te zijn, een enorme wildreservaat (geen Nationaal Park). Onderweg stoppen we even voor meegebrachte lunch en Radja was het opgevallen, dat Ton nooit de kip at. Hij had speciaal een gebakken visje meegenomen (toch wel attent!). Rond twee uur bereiken we ‘Sable Mountain Lodge’ een vrij hoog gelegen tented camp met 15 twee persoons canvashuisjes.

Zien er goed uit; grote bedden met klamboe, knots van een douche, wc en een fijn terras om te relaxen. Het uitzicht is erg mooi over de vlakte. Er is een gezellige bar en zelfs een klein zwembad bij. We gaan om vier uur voor de eerste gamedrive. We gaan drie uur lang op pad, maar zien niet echt veel speciaals, behalve de dieren welke we ook al eerder gespot hadden. Om acht uur is het diner in de lodge en het is ontzettend gezellig. Er zijn Zwitsers, Engelsen en na het eten wordt er zelfs gezamenlijk gezongen.

4 okt: Het is dierendag vandaag! Wij hopen dat het inderdaad goed komt! Om kwart over vijf staan we op. We ontbijten om zes uur en om kwart voor zeven gaan we op pad door het Selous Game Reserve. Het is 74 kilometer naar Rufiji River Camp. Onderweg zien we ondanks de droogte en warmte best veel dieren, waaronder een prachtige gevlekte hyena van dichtbij en later nog één onder een bruggetje. Om een uur of tien zijn we bij de lodge, laten we de tassen met onze spullen achter en gaan we de rest van de dag op safari. We krijgen heel veel leeuwen te zien. Ook een indrukwekkend tafereel met tientallen gieren bij een kadaver van een gnoe of wildebeest. Het is een gekrakeel en gevecht van jewelste. Het is een prachtig park met de grootste rivier van Tanzania, de Rufiji en een aantal meren. Rond één uur lunchen we bij één van deze meren (banaantje, kippetje, broodje gezond, een muffin en een kartonnetje mangosap).

In de middag zien we een groep van zeven leeuwen, die we al eerder onder een boom bij een meer hadden zien liggen. Nu had één van hen een zebra te pakken genomen en het is indrukwekkend om te zien hoe zij deze over de oever naar de plek onder de boom sleept. Wat een spierkracht!, bij de anderen van de groep aangekomen wilden zij toch ook wel een hapje mee-eten. Om vier uur rijden we terug naar de lodge en worden we aangenaam verrast door de luxe en de grootte van deze ‘tented-camp’ accommodatie. Bij de receptie ligt er als verrassing een ‘liefdesbrief’ van Peter en Roswhita uit Duitsland voor ons. Zij waren twee dagen eerder in deze lodge en dat wisten we van elkaar via eerdere e-mail contacten. We spoelen ons wat af en gaan aan de oever van de rivier bij het restaurant- gedeelte een paar lekkere koude biertjes drinken. Om acht uur het avondeten met een drankje. Het smaakt voortreffelijk. ’s-Nachts horen we een hyena roepen en vele malen een nijlpaard knorren…

5 okt: Na het ontbijt weer op pad, we zien weer een stelletje hyena’s, dezelfde leeuwen van de vorige dag, bij het kadaver van een buffel. Onderweg is er een hartverscheurend incidentje. Onder een bosje staat een hele kleine impala moederziel alleen. Kennelijk is de moeder haar kwijt geraakt of misschien slachtoffer geworden van een roofdier. Het kleintje roept om zijn moeder en komt zelfs op onze auto toegelopen, alsof het op hulp vraagt. Maar bij het open maken van onze deur rent ze weer terug onder het bosje, het starten van de motor schrikt het kleintje ook af. Zielig om te zien, maar helaas, ook dat is het leven in de wildernis. Om één uur hebben we een lekkere lunch in de lodge; een gemengde salade met ham. Daarna kunnen we even lekker siësta houden. Bij de tent van de buren, zijn een groepje vervet monkey’s de boel op stelten aan het zetten. Ze rennen over het terras om de tent, springen in de hangmat, alsof ze een soort van krijgertje aan het doen zijn. Om half vier worden we door Radja opgepikt en gaan we voor een bootsafari op de Rufiji-rivier. Een paar kilometer van de lodge schepen we in, in een kleine overdekte boot met buitenboordmotor. We zijn maar met zijn viertjes plus een gids en de stuurman. We varen zo’n twee en een halve uur langs de oevers. Heel spectaculair is het allemaal niet, maar wel relaxt. Hier en daar wat mooie vogeltjes, een kleine krokodil en wat nijlpaarden. Zes uur stipt zijn we weer terug bij het startpunt en brengt Radja ons weer terug. Even wat opfrissen, een glaasje voor het diner en om half tien weer te bed voor de volgende warme nacht. Overdag is het zo’n 33 tot 36 graden, maar ’s nachts lijkt het maar weinig koeler. De hyena en nijlpaard geluiden klinken alweer vroeg in de avond…

6 okt: Op naar de volgende gamedrive: Selous is veel te groot om in drie dagen te doen. We blijven een beetje in de zelfde sector rijden, maar het lijkt steeds weer anders, je weet nooit wat je zult tegenkomen. We zien weer dezelfde groep van zeven leeuwen, maar weer in een andere situatie. Verder de standaard dieren, zoals wildebeesten, zebra’s, giraffen, kudu en heel erg veel impala’s. Na wat intensief radiocontact komen we ook bij een groep wilde honden. Deze dieren zijn erg zeldzaam en komen nog maar op heel weinig plekken in de wereld voor, waaronder dus Selous. Erg bijzonder om deze gevlekte dieren te zien. Ook komen we een groep van zes jonge mannetjes-leeuwen tegen. Wij hebben nog nooit zoveel leeuwen in één Afrika-vakantie gezien als nu. We zijn de tel volledig kwijt, maar het moeten er wel zestig of zo geweest zijn. Tegen één uur, half twee keren we terug bij de lodge voor de lunch.

We hebben van thuis uit een hele tas met schoolspullen, wat knuffelbeestjes en speelgoed meegenomen om bij een schooltje af te leveren. Helaas is het er in de natuurparken niet van gekomen om dat zo te regelen en uiteindelijk geven we het geheel af aan Sally, de algemeen manager van Rufiji River Lodge. Zij zal er voor zorgen, dat alles een goede bestemming krijgt.

Na de lekkere lunch frissen we wat op en gaan voor de late middag safari. We zien veel krokodillen aan de oever van de rivier en verder de ‘gewone’ dieren, al blijft het geweldig om ze te zien. Om zeven uur drinken we met zijn vieren een fles champagne op, welke we gekregen hebben van Kazuri en daarna het diner. Om half tien duiken we weer het bed in onder invloed van de champagne, een fles witte chenin Blanc en een fles rode sauvignon en een reeks herinneringen en verhalen. Morgen vertrekken we om 10.00 uur naar Dar-Es-Salaam om ’s-Avonds naar Schiphol te vliegen. Sally heeft ons al via internet ingecheckt en we zitten met zijn viertjes gezellig bij elkaar in het vliegtuig.

7 okt: 09:30 uur, we hebben alles ingepakt en zijn er klaar voor. Maar er is een kink in de kabel gekomen. Er is een schietpartij geweest in het dichtstbijzijnde dorp. Een ranger heeft twee stropers doodgeschoten en het dorp is in rep en roer (schijnt aan het rebelleren gegaan te zijn). De politie heeft de boel afgesloten en wij kunnen er niet door heen rijden. We moeten er wel doorheen om naar Dar-es-salaam te kunnen gaan, er is geen andere weg. Na druk overleg met de verschillende reisorganisaties wordt er besloten dat we met een vliegtuig worden weggebracht. Op vijf minuten rijden, vlakbij de lodge is een startbaan cq. landingsstrip. Het scheelt ons wel een autorit, over deels onverharde wegen, van zeven uur! Radja brengt ons erheen en om even voor één land er een Cessna van vliegmaatschappij Coastal. Er zitten wel zeven of acht militairen met machinegeweren paraat bij de strip. De vrouwelijke piloot, een pittige tante, geeft ons uitleg en instructies.

We stappen in het kleine vliegtuig met nog wat Amerikanen en vliegen in 35 minuten naar Dar-es-salaam. We gaan naar een lokaal restaurantje genaamd ‘Flamingo’, dat werd aanbevolen door Sally. Lex en Mathilda bestellen een fles witte wijn en Janna en Ton drinken een ‘Safari’ bier in afwachting van de terugvlucht naar Amsterdam. Een onverwacht maar ook wel avontuurlijk einde van een mooie vakantie in Tanzania