Na een eerder bezoek aan Zuid-Afrika kregen we de kriebels: we wilden weer naar Afrika. Het Afrika-virus had ons duidelijk te pakken gekregen. Tijdens het zoeken op het internet naar mogelijke bestemmingen stuitten we op de site van Kazuri Safaris en enkele andere aanbieders. Na ampele overwegingen namen we contact op met Saskia. Dat plezierig contact heeft uiteindelijk geleid tot het besluit dat we naar Namibië zouden gaan. Ook het hoe en het waar van de reis is in een plezierig onderling overleg vastgesteld.
Voor het vliegen hadden we de route gekozen van Schiphol naar Johannesburg en de volgende ochtend door naar Windhoek. In Johannesburg werden we opgevangen door een vertegenwoordiger van Kazuri die ons van de nodige papieren en informatie voorzag. Overnachting op O.R. Tambo Airport en de volgende ochtend met Air Namibia naar Windhoek. Daar stond de auto klaar en op naar onze eerste lodge in Windhoek. Windhoek wat verkend en daarna heerlijk gegeten in NICE (een mooie, grote villa met een opleiding plus restaurant), zeer aan te bevelen.
De volgende dag de vuurproef: op naar Mariental. De eerste confrontatie met de leegte en het overweldigende landschap. En natuurlijk wennen aan het links rijden. Ons eerste guesthouse in de Kalahari-woestijn verbaasde ons met een voortreffelijke dienstverlening, eten en zorg. Daar zouden we spoedig aan gewend raken. Helaas af en toe in schril contrast met de door de staat Namibië geleide voorzieningen.
Voor ons was het landschap overheersend in de eerste week. Fish River Canyon, ietsje minder groots dan de Grand Canyon, maar wel veel minder bezoekers, met een mooi, bij het landschap passend bezoekersgebouw.
Als je door dat landschap rijdt , probeer je je het ontstaan ervan voor te stellen. Het maakt je ontzettend klein en nietig. Van Ai-Ais naar de Oranjerivier was een prachtige tocht, de weg is in de regentijd niet te berijden. Dat was duidelijk zichtbaar, allemaal zand en kleine diverse plantjes en daarnaast meteen de diverse rotsformaties. Opeens was het groen: de Oranjerivier. Veel vogels, onder andere de zeearend (the eagle). Dieren waren tot dan niet talrijk, af en toe een gemsbok en een paar struisvogels. Maar nu ook arenden en aalscholvers.
Overnachting in Aus en ook weer heerlijk gegeten! De volgende dag naar Lüderitz. We zijn er heen gereden en hebben onderweg de wilde paarden bewonderd. We zijn weer snel teruggereden over dezelfde asfaltweg en op weg gegaan naar Helmeringhausen als tussenstop voor de Sossusvlei. Ook hier weer was het landschap overweldigend, de eerste rode zandduinen en weer totaal andere rotsformaties. Af en toe zagen we een “plaas”, of een omheind stuk grond met allemaal koeien.
Opeens verscheen als een sprookje in de zandwoestijn onze lodge “Le Mirage” dat was ook een sprookje. We hebben daar twee dagen een fantastische verblijf genoten. Op dag 2 hadden we een ballontocht geboekt. Dus vroeg op, bij zonsopgang zouden we gaan ballonvaren. Die ervaring is met geen enkele pen te beschrijven. Het landschap leek soms op schilderijen van Dali, rotsen in een zee. Dan de zandduinen, dan weer gemsbokken onder ons. De oude wegen die je kon herkennen. Kortom als je maar even in de gelegenheid bent, doen! Dit was niet onze eerste ballonvaart, maar dit was een heeél bijzondere ervaring!
De volgende dag naar Swakopmund, via Walvisbaai. Hoe dichter je bij de kust komt, hoe kouder en hoe leger.. Op het laatst alleen maar zand, zand en nog eens zand. Opeens de industrie van Walvisbaai. De nederzettingen. De weg langs de kust met af en toe “costa-achtige bebouwing” en dan Swakopmund.
Weer lekker gegeten in de “Wreck”. De volgende dag naar Walvisbaai om een boottocht te malen door de lagune. Nu waren de zeedieren aan zet. Op de boot kregen we bezoek van Charlie een zeehond. Ook de pelikaan kwam langs. Ze werden keurig beloond met vis. Het was een zeer plezierige boottocht ook omdat het aantal opvarenden niet al te groot was.
De dag was al snel weer om en dus eten bij de “Tug”. Zowel bij de Wreck als de Tug eet je direct aan het strand, dus met een mooie zonsondergang. Wel was het koud br. br.
De volgende dag reden we langs de Skeleton Coast naar Twyfelfontein. De wrakken gezien. Een paar ondernemende jongens hadden van dierenbotjes een menselijk skelet in het zand geknutseld: goed voor hun handel. Ook daaar koud en daarna gelukkig weer meer landinwaarts. Opeen zie je de weltschias (een soort plukjes gras) als eilandjes in het zand. Daarna doemden de – zoals we ze noemden – îles flottantes op. Ook weer struisvogels en gemsbokken. Overnacht bij Twyfelfontein en de volgende dag de beroemde rotsgravures bezocht, heel mooi en met deskundige gidsen. De woestijnolifanten hebben we daar niet gezien: “ze waren net geweest”.
Nadat het eerste deel van onze vakantie voornamelijk werd overheerst door indrukken opgedaan aan het landschap, kwamen daar nu ook de “beessies” bij.
We arriveerden in de Palmwag. Meteen in de late namiddag een gamedrive.
En daar waren ze: giraffes die statig de weg overstaken, zebra’s die zeer sociaal overstaken, eerst even kijken of iedereen wel overgestoken was en dan de weg vrijmaken. Dat verschijnsel van zebra’s zouden we vaker meemaken. Gemsbokken, sporen van leeuwen (dat zou het enige zijn dat wij van hen zouden zien) en jawel de woestijnolifant met een jong bij zich. Het was tenslotte lente. Springbokken in grote aantallen. De volgende dag weer een gamedrive, alleen wat dieper de Palmwag in.
Een bijzondere ervaring was dat we opeens een olifant zagen bovenop een berg en een andere die op weg was naar de top. Zelfs de gids (niet een van de jongsten) had dat nog nooit gezien.
Na twee dagen van goed eten, beessies kijken en slapen, op weg naar weer een totaal andere ervaring: Opuwo. Onderweg stonden de Himbas al klaar om ons van alles te verkopen. We gingen nog naar Epupa Falls en hadden besloten om daar de Himba’s te bezoeken. Dus doorrijden. Veel kuddes en herders onderweg, runderen en geiten, vooral de laatste. Af en toe was het landschap even wat groener bij veelal droge rivieren. Opuwo ligt achter een bergrug, dus die pas moesten we nemen: veel klimmen met de auto. Het hotel in Opuwo was een oase en even buiten de stad gelegen. Een zeer goede keuken en een luxe huisje. In de hoofdstraat van Opuwo was het een komen en gaan van de diverse bevolkingsgroepen, zoals Herero’s en Himba’s in hun traditionele dracht. Dat is weer eens iets anders dan de Kalverstraat.
Epupa Falls was onze volgende bestemming en een hele rit. Ook daar weer opeens groen, de Kunene rivier. In de middag meteen geraft met een groep Italianen. Zeer amusant, even op Angolese grond gestaan.
De volgende dag de Himba’s bezocht, zeer indrukwekkend. Ook een primary school bezocht. Ook zij konden wel wat ondersteuning gebruiken. Afspraak gemaakt met de headmaster dat hij en zijn collega mee terug zouden rijden naar Opuwo. Dat waren vijf uren vol interessante uitwisselingen.
Daarna gingen we via Sesfontein naar Etosha.
Naast wat iedereen daarover al geschreven heeft en dat ik niet zal herhalen, viel het mij op hoe sociaal de dieren zijn bij de drinkplaatsen. Ik zag hoe een zebra door zijn soortgenoten in de rij terecht werd gewezen, toen deze al vast wilde gaan drinken. Nee wachten was het parool. De springbokjes waren aan de beurt. Olifanten, wildebeesten en neushoorns. Allemaal even mooi. Onze lodges, de Eagle Tented Lodge en de Etosha Aoba lodge waren allebei fantastisch. Je voelde je daar bij allebei de koning te rijk.
Als laatste stop voordat we weer naar Windhoek zouden gaan, verbleven we een nacht op het Waterberg Resort. Prachtige omgeving, maar helaas gerund door de regering. Slecht onderhoud aan de huisjes. Soms vriendelijke, maar helaas ook onvriendelijke mensen. Dat was jammer.
We hadden nog een nacht in Windhoek en een etentje bij NICE voor de boeg voordat we onze auto hadden ingeleverd en met het vliegtuig Namibië verlieten.
Thuis was het weer herfst!!!
Kees Wisman en José Gelens